We moeten als mensen zonder voorbehoud goed met elkaar omgaan

Mevrouw B,  (83 jaar) woont 17 jaar in de Gouden Leeuw en is anderhalf jaar mentor van haar buurman K met dementie.  Zij vertelt over haar ervaringen.

Casemanager dementie Lisa kwam naast me zitten op het muurtje in het park bij toren vijf. Ik kende haar niet. Zij vroeg: “wilt u mentor worden van uw buurman K.? Ik stemde meteen in en zei “ik wil het wel proberen”. Het was de start van een bijzonder en soms intensief anderhalf jaar.

  1. heeft dementie. Ik kende hem niet goed, het bleef bij groeten als we elkaar ontmoetten in de gang of de lift. Hij had geen vrienden, familie of kinderen. Wel een huisgenoot, maar die kon weinig voor hem betekenen.
  2. accepteerde ons in zijn leven. Toen ik hem vroeg of ik zijn mentor mocht zijn zei hij: “Als ik zelf iemand had mogen kiezen, dan was jij het!”. Bij andere mensen verliep dat moeizamer, zoals bij de verzorgenden van de thuiszorg die zijn medicatie kwamen geven.

Samen met mijn man J. gaf ik invulling aan het mentorschap. We begeleidden K. bij bezoek aan de geriater. We haalden hem uit zijn sociaal isolement. Hij at soep bij ons.  Toen bleek dat hij koffie en ontbijtkoek met dik boter eigenlijk veel lekkerder vond deden we dat. Hij zat tussen J. en mij in tv te kijken.  “Lekkere koffie, lekkere koek” zei hij dan om de haverklap.  En we gingen met zijn drieën tegelijk naar de kapper. Dat waren hoogtepunten. K. ging ook regelmatig buurten bij Ferrie, onze huismeester.

De begeleiding van K. ervaarde ik niet als zwaar. Het is een blijmoedig mens, dat scheelt enorm. Wel was het soms moeilijk om te gaan met de uitingen van de dementie, daar hebben we geen ervaring mee. Het lukte op het laatst vaak niet meer om hem uit zijn ‘eigen werkelijkheid’ te halen.

We moesten keuzes maken die moeilijk waren. Bijvoorbeeld: een sleutelkastje met cijferslot naast zijn deur, zodat de verzorgenden makkelijk naar binnen konden. Dat had grote impact op zijn privacy. Uiteindelijk stemden we in en bleek dat goed te werken.

De laatste twee maanden waren zwaar. We konden geen weekend meer weg, K. stond ’s nachts voor de deur. Maar we zagen vooral dat het K. niet meer goed ging in deze omstandigheden.

Het was een moeilijk besluit en voelde als een grote verantwoordelijkheid om als mentor mijn handtekening te zetten voor opname in het verpleeghuis. K. is verhuisd naar de Hogewey in Weesp en het gaat hem gelukkig goed.

Anderhalf jaar ben ik mentor van K., ik kijk er met voldoening op terug. En ik deed het vanuit de overtuiging dat we als mensen zonder voorbehoud goed met elkaar om moeten gaan.